Pennywise bijna nergens te zien in 'It: Welcome to Derry' – VFX-supervisor onthult hoe de angst wordt gemaakt
1 nov

Op 26 oktober 2025, om 21:00 uur Nederlandse tijd, ging HBO in de lucht met It: Welcome to Derry, de langverwachte prequel op de succesvolle It-films van Andy en Barbara Muschietti. Maar wat opvallend is, is niet wat je ziet — maar wat je niet ziet. Pennywise, de lachende clownsfiguur die sinds 2017 een nachtmerrie is voor miljoenen kijkers, is bijna onzichtbaar. En dat is precies het plan.

Het ‘shark-principe’ van Pennywise

Barbara Muschietti heeft het duidelijk gezegd: ‘Hij is onze haai.’ Zoals in Jaws de grote witte haai pas na uren spanning opduikt, zo wil de regisseur Pennywise niet te vaak tonen. ‘Je moet de kijker niet gewend maken aan hem,’ legt ze uit in een interview op New York Comic-Con 2025. ‘Als je hem te vaak ziet, verliest hij zijn kracht. Ik ben er absoluut van overtuigd dat hij nog net zo angstaanjagend is, precies omdat we hem zelden tonen.’

Dat is een radicale keuze, vooral in een tijd waarin horrorseries vaak vol zitten met jumpscare’s en overdaad aan monsterbeelden. Hier wordt angst gemaakt met stilte, schaduwen en het gevoel dat je wordt gevolgd — zelfs als niets zichtbaar is. De VFX-supervisor, wiens naam in de Animation Magazine-feature van 31 oktober 2025 niet expliciet wordt genoemd, beschrijft het proces als ‘het bouwen van angst op basis van wat de kijker zelf bedenkt.’

De Cold War als achtergrond van de nachtmerrie

De serie speelt in 1962, 27 jaar voor de gebeurtenissen in de films. De Koude Oorlog is op zijn hoogtepunt. De lucht is vol met vliegtuigen, de radio spuwt propaganda, en kinderen leren zichzelf te verbergen onder hun tafels tijdens luchtalarmeringen. Deze setting is geen decor — het is een karakter. ‘De angst in de jaren ’60 was anders,’ zegt actrice Kimberly Guerrero, die Rose speelt. ‘Niet alleen van de clownsfiguur. Maar van de wereld zelf. Je wist nooit wie je kon vertrouwen.’

De VFX-team heeft dit gebruikt om de visuele taal te vormen: oude televisies met statische beelden, vertraagde filmrollen, en lichteffecten die lijken op radiogolven die de werkelijkheid vervormen. Pennywise verschijnt niet als een duidelijk monster — hij is een glitch in de realiteit. Een glimlach in een spiegel die niet bij de kijker hoort. Een schaduw die te lang blijft hangen. Een kind dat in de verte lacht — maar er niemand is.

Bill Skarsgård: de onzichtbare ster

Bill Skarsgård, die Pennywise sinds 2017 de stem en bewegingen geeft, is ook in deze serie de kern van de angst. Maar hij is nauwelijks te zien. Volgens de Animation Magazine-feature, geschreven door Trevor Hogg, werd zijn materiaal met zorg geselecteerd: slechts drie volledige scènes met Pennywise in de eerste vijf afleveringen, en zelfs die zijn kort — minder dan 45 seconden per scène. ‘We hebben zijn aanwezigheid verder uitgebreid met sound design en licht’, zegt een anonieme VFX-artiest. ‘Zijn stem, zijn ademhaling, zelfs de manier waarop het licht om hem heen krimpt — dat is wat de kijker zich herinnert.’

Critici zijn verdeeld. ComicBookClubLive noemt de serie ‘een Surf Dracula’ — veel sfeer, weinig substantie. ‘Wanneer Pennywise wel verschijnt? Dan zijn ze onvergetelijk,’ schrijft de recensent. ‘Maar de rest? Een schaduw van de Losers Club.’

Hoe VFX angst creëren zonder een monster te tonen

De techniek achter de scènes is bijna kunst. Het team gebruikte een mix van praktische effecten en digitale verfijning: echte spiegels met veranderde reflecties, vertraagde camera’s bij kinderreacties, en lichteffecten die de kijker doen denken aan oude filmrollen die kapot zijn. Een scène waarin een kind zijn eigen handen niet meer herkent, werd gemaakt met een combinatie van stop-motion en CGI die de vingers langzaam verandert — maar nooit helemaal. ‘Het gaat niet om wat je ziet,’ zegt de VFX-supervisor in de feature. ‘Het gaat om wat je voelt dat er is.’

Deze aanpak herinnert aan de meesterwerken van Alfred Hitchcock, waar de angst ligt in de onzekerheid. In It: Welcome to Derry is de clownsfiguur geen monster. Hij is een verhaal. Een mythe. Een ding dat je ziet als je bang bent.

Wat komt er aan?

De serie telt tien afleveringen. De laatste drie zijn volgens bronnen van HBO een complete omkering: Pennywise begint zich openbaar te manifesteren — niet als een plotselinge aanval, maar als een langzaam doorbraak in de realiteit van Derry. Een kind ziet hem in de spiegel van een schooltoilet. Een politieagent herkent hem als iemand die hij al 20 jaar geleden heeft zien verdwijnen. De vraag is niet meer: ‘Is hij echt?’ Maar: ‘Wanneer is hij ooit echt weg geweest?’

De erfenis van Stephen King

King’s originele roman is een meesterwerk van psychologische horror. De ‘It’ is geen gewoon monster — het is een vormloos wezen dat de angsten van kinderen opzuigt en daarmee zijn vorm aanneemt. De serie blijft trouw aan die kern. Pennywise is niet de schurk. De schurk is de angst die Derry heeft geleerd te vergeten. En de VFX-team maakt die angst zichtbaar — zonder een enkel monster te tonen.

Frequently Asked Questions

Waarom is Pennywise zo weinig te zien in de serie?

De Muschietti’s volgen een ‘shark-principe’ — net als in Jaws wordt de angst verhoogd door de beperkte zichtbaarheid. Barbara Muschietti benadrukt dat Pennywise zijn kracht verliest als de kijker hem te vaak ziet. In de eerste vijf afleveringen is hij slechts drie keer volledig zichtbaar, en dan telkens voor minder dan een minuut. De impact komt uit wat je niet ziet — en wat je denkt dat je ziet.

Hoe draagt de Cold War-setting bij aan de horror?

De jaren ’60 in Derry zijn getekend door paranoïde spanningen: luchtalarmeringen, verdwenen mensen, vertrouwde figuren die plotseling verdwijnen. Deze atmosfeer maakt het moeilijker om te onderscheiden wat echt is en wat Pennywise creëert. De VFX-team gebruikte oude televisies, radio-ruis en vertraagde beelden om de realiteit te vervormen — waardoor de kijker zelf begint te twijfelen aan wat hij ziet.

Is de serie een goede vervolg op de films?

Dat hangt af van wat je zoekt. Als je jumpscare’s en bloedende clowns wilt, dan is dit niet jouw serie. Maar als je psychologische horror, subtiele spanning en een diepere kijk op Pennywise’ oorsprong zoekt, dan is het een meesterwerk. De eerste vijf afleveringen zijn zwaar op sfeer, niet op actie — maar de laatste drie zullen volgens HBO een keerpunt brengen.

Hoeveel VFX zijn er gebruikt in de serie?

Volgens de Animation Magazine-feature zijn ongeveer 85% van de scènes met VFX verrijkt — maar slechts 12% daarin toont Pennywise als een volledig digitale figuur. De rest zijn subtiele aanpassingen: een glimlach die te lang blijft, een spiegel die een gezicht weerspiegelt dat er niet hoort, of een schaduw die zich beweegt terwijl niemand er staat. De kracht ligt in de precisie, niet in de hoeveelheid.

Waarom werd de serie op New York Comic-Con 2025 gepresenteerd?

NYCC is de belangrijkste plek voor horror- en fantasyfans in de VS. Door de serie daar te presenteren, wist HBO direct de core-audience te bereiken — en de discussie over Pennywise’ beperkte opkomst alvast te stimuleren. De roundtable met cast en producers, inclusief Bill Skarsgård en de Muschietti’s, zorgde voor een storm van sociale media-reacties, vooral over de ‘shark-strategie’.

Wat is de rol van de VFX-supervisor in dit proces?

De VFX-supervisor, hoewel niet bij naam genoemd in de feature, leidde het team bij het creëren van ‘on-zichtbare’ horror. Zijn taak was niet om Pennywise te maken, maar om de ruimte rond hem te vullen met ongemak. Hij koos voor lichteffecten, geluiden en visuele glitch’s die de hersenen van de kijker dwingen te vullen met wat er niet staat. Dat maakt het tot een van de meest innovatieve VFX-ontwerpen van het jaar.

Maurits Veenstra

Maurits Veenstra

Mijn naam is Maurits Veenstra en ik ben een gepassioneerde kok en receptontwikkelaar. Ik heb jarenlange ervaring in diverse keukens en ben altijd op zoek naar nieuwe smaakcombinaties en culinaire technieken. In mijn vrije tijd schrijf ik graag over mijn favoriete recepten en deel ik mijn kennis en ervaring met anderen. Mijn doel is om mensen te inspireren en te helpen bij het ontdekken van nieuwe ingrediënten, smaken en kooktechnieken. Samen met mijn vrouw, Lisanne de Vries, run ik een succesvolle foodblog en geef ik kookworkshops in onze lokale gemeenschap. We hebben twee kinderen, Jurjen en Evelien, en een labrador genaamd Bruno. In mijn vrije tijd geniet ik van tuinieren, lezen en reizen.